Halacha - הלכה

Rabbijns begrip voor wet of levenswandel.

De term halacha (הלכה = wandel) is een rabbijns concept. Halacha is de toepassing van de wetten uit de Tora in de dagelijkse levenswandel. Halacha is afgeleid van het Hebreeuwse werkwoord halach (הלך = lopen/wandelen/gaan). Een van de belangrijkste Joodse geschriften, de Talmoed, bestaat voor een groot deel uit halacha die door rabbijnen is vastgesteld op grond van de exegese (uitleg) van bepaalde Bijbelgedeelten.
Het bijvoeglijk naamwoord van halacha is halachisch wat ‘volgens de rabbijnse/joodse wet’ betekent.

Joed / Jod - יוד

De letter joed (י) is de tiende letter uit het Hebreeuwse alfabet. De letter wordt uitgesproken als de letter ‘i’ of ‘j’. Het is de tiende letter van het alefbet en de letter wordt ook gebruikt om in het Hebreeuws het getal 10 weer te geven. Nederlandse Joden noemden daarom 10 gulden een ‘joet’.

Korban - קרבן

Het algemene woord voor ‘offer’. Het komt van het werkwoord ‘naderbij komen’. Het doel van een Bijbels offer is niet om God tevreden te stellen maar om tot Hem te komen. In de tijd van het Nieuwe Testament werd het woord ook gebruikt voor de munten die als een offergave werden gebracht of voor de offerkist in de tempel (zie Mattheüs 27:6).

mezoeza - מְזוּזָה

Een mezoeza is kokertje aan deurpost met een stukje perkament (klaf) erin waarop de tekst uit Deuteronomium 6:4-9 en 11:13-21 staat, om te herinneren aan Gods geboden.
Het eerste gedeelte is het Sjema: ‘Hoor Israël, de Eeuwige is onze God, de Eeuwige is één.’

Op de achterkant van het perkament is het woord Shaddai (שַׁדַּי) geschreven. Dit is één van de benamingen voor God. De drie letters van deze naam vormen ook het acroniem voor de Hebreeuwse woorden ‘Sjomeer Daltot Jisraëel’ (וֹמֵר דַּלְתוֹת יִשְׂרָאֵל) wat betekent: ‘Bewaker van de toegangspoorten van Israël’.

Het Hebreeuwse woord mezoeza (מְזוּזָה) betekent letterlijk deurpost of dorpel.

Poerim / Lotenfeest - פורים

Dit is een joods feest dat wordt gevierd op de 14e dag van de maand Adar (rond maart). De oorsprong van het feest is terug te vinden in het boek Ester hoofdstuk 9:20-23. In dit Bijbelboek lezen we dat Ester weet te voorkomen dat Haman het Joodse volk uitroeit. In de synagoge wordt het Boek van Esther van een rol voorgelezen (megillat Esther). Telkens wanneer de naam van Haman wordt gelezen wordt er lawaai gemaakt. De aanwezige kinderen maken daarbij meestal gebruik van ratels. Ook verkleden kinderen zich vaak als personages uit het boek Esther. Zie ook: de Esterrol.

Septuagint / Septuaginta / LXX

Toen het Grieks in het Oost-Romeinse Rijk de voertaal werd, maakten de Joden rond 200 voor Christus een Griekse vertaling van de Hebreeuwse Bijbel. Deze vertaling, waaraan zeventig rabbijnen zouden hebben gewerkt, kreeg uiteindelijk de Latijnse naam Septuagint. (Het is een afkorting van ‘interpretatio septuaginta interpretum virorum’ – ‘de vertaling van de 70 vertalers’). De Septuagint, soms weergegeven met Romeinse cijfers LXX (=70) wordt in het Nieuwe Testament vaak geciteerd omdat dit ook in het Grieks is geschreven.

De Septuagint is soms verklarend (een parafrase) en daardoor niet altijd een letterlijke vertaling van het Hebreeuws. Zo staat aan het eind van Jesaja 28:16 “wie gelooft, die zal niet haasten”. De Septuagint geeft dit als volgt weer: “Wie in (op) Hem gelooft, zal niet beschaamd worden”.
Petrus citeert deze tekst in 1 Petrus 2:6 niet uit het Hebreeuws, maar uit de Joodse Septuagint.

Wanneer gevangen werden vrijgelaten uit de donkere kerkers, was het alsof hun ogen werden geopend. De LXX voegt dit toe aan Jesaja 61:1. Lukas citeert (in hoofdstuk 4:18) letterlijk de Septuagint. Zo zijn er tal van voorbeelden.

De Septuagint is de Bijbelvertalers tot hulp geweest bij het vertalen van Hebreeuwse woorden waarvan de betekenis niet helemaal duidelijk of zelfs onbekend was. De volgorde van de Bijbelboeken in de christelijke Bijbeluitgaven is overgenomen uit de Septuagint. Deze wijkt af van de Hebreeuwse indeling van de Bijbel.

In de christelijke uitgaven van de Septuagint zijn ook nog een aantal boeken opgenomen die oorspronkelijk niet in het Hebreeuws zijn geschreven en die geen deel uitmaakten van de Hebreeuwse Bijbel. Dit zijn boeken zoals: Makkabeeën, Tobith, Judith en de wijsheid van Jezus Sirach.  Omdat zij tot een andere serie boeken (canon) behoren, worden deze boeken meestal deuterocanonieke boeken genoemd.

Bij Joden wordt de naam Septuagint slechts gebruikt voor de Griekse vertaling van de Tora, de eerste vijf boeken van de Bijbel.

De tekst van de Septuagint is beschikbaar in het Grieks, het Engels en in een onlangs verschenen nieuwe Engelse vertaling. (Helaas bestaat er nog geen online Nederlandse vertaling van de LXX.)

sofeer - סוֹפֵר

Schrijver van rollen of Schriftgeleerde.

Een sofeer (סוֹפֵר) is een schrijver van Hebreeuwse religieuze teksten.
Sofeer betekent letterlijk schrijver, maar kan ook met Schriftgeleerde worden vertaald.

De sofeer wordt ook wel ‘Sofeer STaM’ genoemd. STaM is een acroniem en bestaat uit de eerste letters van de termen ‘Sèfer Tora’ (סֵפֶר תּוֹרָה = Torarol), ‘Tefillien’ (תְּפִלִּין = gebedsriemen) en ‘Mezoeza’ (מְזוּזָה = deurpost).

Van een sofeer wordt verwacht dat hij zichzelf eerst in een staat van volledige rituele zuiverheid brengt, door zichzelf onder te dompelen in het mikwe, voordat hij met schrijven aanvangt.
Hij maakt maakt zijn eigen inkt (meestal van galappels, kopersulfaat en Arabische gom) en zijn pen van een ganzenveer of kalkoenveer.

(Oude heilige Hebreeuwse teksten, die door slijtage of ouderdom beschadigd zijn geraakt en daardoor onbruikbaar zijn geworden, worden in een geniza bewaard of begraven op een Joodse begraafplaats.)

Targum / Targoem - תרגום

De Targoem is een Aramese parafrase van Tenach. Dat is een verklarende vertaling van de Hebreeuwse Bijbel. De Targoem laat ons zien hoe de Bijbel werd verstaan ten tijde van de tweede tempel.

De Targoem van Genesis vertelt bijvoorbeeld dat Izaäk 37 jaar oud was toen Abraham de opdracht kreeg om hem te offeren. Op gelijke wijze was Jezus ook boven de 30 jaar oud toen Hij stierf als offer voor onze zonde.

Ook werp de targoem licht op bepaalde teksten in het Nieuwe Testament. Zo vinden we in 2 Timotheüs 3:8 de namen van Jannes en Jambres. De targoem (van Jonathan) bij Exodus 7 vertelt ons dat dit twee tovenaars van Farao waren.

Veel van de begrippen die wij in het Nieuwe Testament tegenkomen, zoals ‘het evangelie’ en ‘het koninkrijk van God’ zijn afkomstig uit de Targoem van Jesaja.

De Targoem is in veel Joodse Bijbeluitgaven opgenomen, zoals in de Nederlandse vertaling van de Pentateuch door A.S. Onderwijzer.
In sommige synagogen is het de gewoonte om na de voorlezing van de Tora de Targoem (van Onkelos) voor te lezen. Engelse vertalingen van verschillende targoemiem zijn op het web te vinden:

« Eerste ‹ Vorige 1 2 3 Volgende › Laatste »