Heenwijzingen naar Jezus en hun vervulling

In het Eerste Testament wordt op vele wijzen gesproken over de komst van de Messias. De Here Jezus zei dat Hij kwam om alles te vervullen wat op Hem betrekking had.

Lukas 24:44  [HSV] En Hij zei tegen hen: Dit zijn de woorden die Ik tot u sprak toen Ik nog bij u was, dat alles vervuld moest worden wat over Mij geschreven staat in de Wet van Mozes en in de Profeten en in de Psalmen. 45  Toen opende Hij hun verstand zodat zij de Schriften begrepen. 46  En Hij zei tegen hen: Zo staat er geschreven en zo moest de Christus lijden en uit de doden opstaan op de derde dag. 47  En in Zijn Naam [moet] onder alle volken bekering en vergeving van zonden gepredikt worden, te beginnen bij Jeruzalem. 48  En u bent van deze dingen getuigen.

Dit is een Bijbelstudie die velen van ons graag zouden hebben bijgewoond. Jezus verwees naar ‘de Wet van Mozes, de Profeten en de Psalmen’, een uitdrukking voor het gehele Eerste Testament waarin Zijn komst wordt voorzegd. Hij legde aan Zijn discipelen uit welke gedeelten in de Schrift op Hem van toepassing waren, beginnend bij de boeken van Mozes en de Profeten (Lukas 24:27).
Hoewel er geen verslag is van dit onderwijs, hebben wij wel toegang tot dezelfde Bijbelboeken van Tenach die Jezus gebruikte.

In het Nieuwe Testament vinden we talloze voorbeelden van vervullingen van Schriftgedeelten.
In het Evangelie van Johannes lezen we dat Filippus aan Nathanaël vertelt: ”Wij hebben Hem gevonden van Wie Mozes in de wet geschreven heeft, en ook de profeten: Jezus, de Zoon van Jozef, van Nazareth” (Joh 1:45-46).
In Handelingen 3 benadrukt de apostel Petrus in zijn toespraak dat Jezus de profeet is ‘zoals Mozes’ (Deut. 18:15-19) en dat de profeet en richter Samuel, samen met de profeten die na hem kwamen, Zijn komst hebben aangekondigd (Hand. 3:17-26). De apostel Paulus onderwijst vanuit Tenach dat Jezus de Messias is, die moest lijden en uit de dood opstaan (Hand. 17:1-4). Mattheüs citeert regelmatig gedeelten uit het Eerste Testament door Jezus zijn vervuld (Mat. 1:22; 2:15,17; 4:1; 8:17; 12:17; 13:14,35; 21:4; 27:9). Zo zijn er nog tal van voorbeelden.

Overzicht

In het onderstaande overzicht zijn 100 Bijbelgedeelten uit het Eerste Testament gerangschikt per Bijbelboek. Zij verwijzen op verschillende manieren naar de Here Jezus en Zijn bediening. Soms zijn het profetieën, of het zijn voorafschaduwingen of typologische Bijbelgedeelten. Daarnaast staan de bijbehorende tekstgedeelten (met de vervulling) in het Nieuwe Testament vermeld. (Soms zijn er gelijksoortige heenwijzingen. Deze worden wel apart vermeld omdat die zich in verschillende Bijbelgedeelten bevinden.)

Het overzicht is gebaseerd op de verschillende manieren waarop in het Nieuwe Testament wordt verwezen naar de Here Jezus en Zijn bediening. De lijst richt zich voornamelijk op teksten die verband houden met de ‘Eerste Komst’ van Jezus. Toekomstige gebeurtenissen worden buiten beschouwing gelaten, zoals Zijn ‘Wederkomst’, onze vereniging met Hem en Zijn eeuwige heerschappij, (Hand. 1:11; Mat. 24:30; 1Thes. 4:17; Dan. 7:14; Opb. 11:15; etc.).

Niet alle onderwerpen komen in dit overzicht voor. In Tenach zijn meer schaduwen van Jezus’ bediening te vinden, zoals in de offers, de priesterdienst, de tabernakel, de tempeldienst, de verbonden, enz. Hieraan besteedt de Hebreeënbrief uitgebreid aandacht.

Op onze website is ook ander materiaal over deze onderwerpen te vinden, zoals artikel over Jozef als beeld van de lijdende Messias. In de serie ‘Schaduwen van de Messias’ hebben we in drie opnamen (met aantekeningen) besteden we eveneens aandacht aan verschillende vormen van profetische heenwijzingen.

Heenwijzigingen naar Jezus in Tenach
en de vervulling in het Nieuwe Testament

[Aan deze webpagina wordt nog gewerkt. De eerste 100 Bijbelverzen uit Tenach zijn inmiddels geplaatst. De komende tijd zullen rond 200 andere Schriftgedeelten worden toegevoegd.]

 Profetie OmschrijvingVervulling
1.       Gen. 3:15Zaad van de vrouwGal. 4:4-5; Mat. 1:18
2.       Gen. 3:15Hij zal Satans kop vermorzelenHeb. 2:14; 1Joh. 3:8
3.       Gen. 5:24Schaduw van de hemelvaartMark. 16:19
4.       Gen. 9:26-27Een afstammeling van SemLuk. 3:36
5.       Gen. 12:3Zegen voor de volken in het Zaad van AbrahamGal. 3:8; Hd. 3:25-26
6.       Gen. 12:7De belofte aan Abrahams Zaad = de MessiasGal. 3:16
7.       Gen. 14:18Een priester naar de orde van MelchizedekHeb. 6:20, vgl. Ps. 110:4
8.       Gen. 14:18Koning van gerechtigheid en koning van vredeHeb. 7:2
9.       Gen. 14:18Voorafschaduwing van het Laatste AvondmaalMat. 26:26-29
10.   Gen. 17:19Het Zaad van Isaak (Gen. 21:12)Rom. 9:7
11.   Gen. 22:8Het Lam van God waarin God zal voorzienJoh. 1:29
12.   Gen. 22:18Het Zaad van Izaäk zal alle naties zegenenGal. 3:16
13.   Gen. 26:2-5Het Zaad van Izaäk beloofd als de VerlosserHeb. 11:18
14.   Gen. 28:11-13De Brug naar de hemelJoh. 1:51
15.   Gen. 28:14Het Zaad van JakobLuk. 3:34
16.   Gen. 49:10De tijd van Zijn komstLuk. 2:1-7; Gal. 4:4
17.   Gen. 49:10Het Zaad van JudaLuk. 3:33
18.   Gen. 49:10Silo = Brenger van rustMat. 11:28
19.   Gen. 49:10Silo is de Heerser over alle volkenJoh. 17:1-3; Joh. 10:16
20.   Gen. 49:10Juda bestaat nog als stamJoh. 11:47-52
21.   Ex. 3:13-15De Grote “IK BEN”Joh. 4:26; 8:58
22.   Ex. 12:5Een gaaf (smetteloos) LamHeb. 9:14; 1Pet. 1:19
23.   Ex. 12:13Het bloed van het Lam redt van de toornRom. 5:8,9
24.   Ex. 12:21-27De Messias is ons Pascha1Kor. 5:7
25.   Ex. 12:46Geen been van het Lam wordt gebrokenJoh. 19:31-36
26.   Ex. 13:2Als Eerstgeborene Heilig voor GodLuk. 2:23
27.   Ex. 15:2De EEUWIGE is tot HEIL (Jesjoe’ah)Luk. 1:77, 2:30, 3:6 (zie NBG)
28.   Ex. 16:4Het ware Brood uit de hemelJoh. 6:32-33, 50-51, 58
29.   Ex. 17:6De geestelijke rots van Israël1Kor. 10:4
30.   Lev. 1:2-9Zijn offer was reukwerk voor GodEfez. 5:2
31.   Lev. 16:15,16,19Het bloed der besprengingHeb. 10:22, 12:24; 1Pet. 1:2
32.   Lev. 16:15-17Voorafschaduwing van Jezus’ dood om zonden weg te nemenHeb. 9:7-14
33.   Lev. 16:27Lijden buiten het kamp/de stadMat. 27:33; Heb. 13:11-12
34.   Lev. 17:11Het bloed – het leven van het vleesMat. 26:28; Mark. 10:45
35.   Lev. 17:11Het is het bloed dat verzoening doetRom. 3:23-24; 1Joh. 1:7
36.   Lev. 23:36-37Het Drankoffer: “Als iemand dorst heeft”Joh. 7:37
37.   Num. 9:12Geen been van Hem gebrokenJoh. 19:31-36
38.   Num. 21:9De slang op een paal – Jezus’ verhogingJoh. 3:14-18; 12:32
39.   Num. 24:8Geroepen uit EgypteMat. 2:15, vgl. Hos. 11:1
40.   Num. 24:17Hij wordt ‘gezien’ in de ‘volheid van de tijd’Joh. 1:14; Gal. 4:4
41.   Num. 24:17De ster als tekenMat. 2:2,7,10
42.   Deut. 18:15“Hij is waarlijk de profeet”Joh. 6:14
43.   Deut. 18:15-16“Als u Mozes had geloofd, zou u Mij geloven”Joh. 5:45-47
44.   Deut. 18:18Gezonden door de Vader om Zijn woord te sprekenJoh. 8:28-29
45.   Deut. 18:19Wie niet wil horen, moet zijn zonde dragenHd. 3:22-23
46.   Deut. 21:23Vervloekt is hij die aan het hout hangtGal.  3:10-13
47.   1Sam. 2:10Gods gezalfde KoningMat. 28:18; Joh. 12:15
48.   1Sam. 2:35Een trouwe priesterHeb. 2:17; 3:1-3, 6; 7:24-25
49.   2Sam. 7:12Davids zaadMat. 1:1
50.   2Sam. 7:13Zijn Koninkrijk is eeuwig2Pet. 1:11
51.   2Sam. 7:14aDe Zoon van GodLuk. 1:32; Rom 1:3-4
52.   2Sam. 7:16Davids huis zal voor eeuwig bestaanLuk. 3:31; Opb. 22:16
53.   2Sam. 23:2Hij is als het licht in de ochtendJoh. 1:9, vgl. Opb. 22:16
54.   2Kon. 2:11Voorafschaduwing van de hemelvaartLuk. 24:51
55.   1Kron. 17:11Davids zaadMat. 1:1; 9:27
56.   1Kron. 17:12-13Eeuwige heerschappij op Davids troonLuk. 1:32-33
57.   1 Kron. 17:13“Ik zal Zijn Vader zijn, Hij… mijn Zoon.”Heb. 1:5
58.   Job 9:32-33Middelaar tussen God en de mens1Tim. 2:5
59.   Job 19:23-27De opstanding voorzegdJoh. 5:24-29
60.   Ps. 2:1-3De vijandschap van voorbestemde koningenHd. 4:25-28
61.   Ps. 2:2Bezit de titel Gezalfde (= Messias/Christus)Joh. 1:41; Hd. 2:36
62.   Ps. 2:6Zijne Karakter – HeiligheidJoh. 8:46; Opb. 3:7
63.   Ps. 2:6De titel KoningMat. 2:2
64.   Ps. 2:7Verklaarde geliefde ZoonMat. 3:17; Rom 1:4
65.   Ps. 2:7-8De kruisiging en opstanding aangeduidHd. 13:29-33
66.   Ps. 2:8-9Heerser over de natiën met een ijzeren stafOpb. 2:27; 12:5; 19:15
67.   Ps. 2:12Het leven komt door geloof in HemJoh. 20:31
68.   Ps. 8:2Lof uit de mond van kleine kinderenMat. 21:16
69.   Ps. 8:5-6Zijn vernedering en verheerlijkingHeb. 2:5-9
70.   Ps. 9:7-10Hij oordeelt de wereld in gerechtigheidHd. 17:31
71.   Ps. 16:10Zijn vlees zou geen ontbinding zienHd. 2:31; 13:35
72.   Ps. 16:9-11Hij zou opstaan uit de doodJoh. 20:9
73.   Ps. 17:15De opstanding voorzegdLuk. 24:6
74.   Ps. 18:2-3De hoorn van de verlossingLuk. 1:69-71
75.   Ps. 22:1Verlaten vanwege de zonden van anderen2Kor. 5:21
76.   Ps. 22:1KruiswoordenMat. 27:46
77.   Ps. 22:2Duisternis tijdens kruisigingMat. 27:45
78.   Ps. 22:7‘Ze trekken de lippen op, zij schudden het hoofd’Mat. 27:39-44
79.   Ps. 22:8‘Hij vertrouwde op God, laat Hij Hem bevrijden’Mat. 27:43
80.   Ps. 22:12-13Ze zoeken Zijn doodJoh. 19:6
81.   Ps. 22:14Bloed stroomde uit Zijn zijJoh. 19:34
82.   Ps. 22:14-15Zijn kruisdood beschrevenMark. 15:34-37
83.   Ps. 22:15Hij had dorstJoh. 19:28
84.   Ps. 22:16Ze doorboorden Zijn handen en voetenJoh. 19:34-37; 20:27
85.   Ps. 22:17-18Ze keken met leedvermaak naar HemLuk. 23:34-35
86.   Ps. 22:18Zij verdeelden Zijn klederen en wierpen het lotLuk. 23:34; Joh. 19:23-24
87.   Ps. 22:20-21Hij vertrouwde Zich toe aan GodLuk. 23:46
88.   Ps. 22:20-21Satans macht wordt ontnomenHeb. 2:14
89.   Ps. 22:27-28Hij zal de Heerser van de natiën zijnKol. 1:16
90.   Ps. 22:31Het is volbrachtJoh. 19:30; Heb. 10:10-12, 14, 18
91.   Ps. 23:1“Ik ben de Goede Herder”Joh. 10:11; 1 Pet. 2:25
92.   Ps. 30:3Zijn opstanding voorspeldHd. 2:32
93.   Ps. 31:5“In Uw handen beveel ik Mijn geest “Luk. 23:46
94.   Ps. 31:11Zijn kennissen vluchtten voor HemMark. 14:50
95.   Ps. 31:13Zij beraadslaagden om Hem ter dood te brengenMat. 27:1; Joh. 11:53
96.   Ps. 31:14-15“Hij vertrouwde op God, laat Hem hem bevrijden”Mat. 27:43
97.   Ps. 34:20Geen been van Hem gebrokenJoh. 19:31-36
98.   Ps. 35:11Valse getuigen stonden tegen Hem opMat. 26:59
99.   Ps. 35:19Hij werd zonder reden gehaatJoh. 15:25
100.  Ps. 38:11Zijn vrienden stonden in de verteLuk. 23:49

Woordenlijst

  • Tenach / Tanach

    (תְּנַ״ךְ-תַּנַ״ךְ)

    De Hebreeuwse Bijbel of het Eerste Testament/Verbond. Vanaf de 2e eeuw door Christenen het Oude Testament genoemd, een naam die Joden liever niet gebruiken. Het woord TeNaCH is samengesteld uit de Hebreeuwse beginletters van de drie delen: Tora (T),... [Lees meer]