Goj / Gojiem - גוי/גויים
Hebreeuws voor een natie of volk. In de Bijbel wordt Israël ook een goj genoemd (Genesis 12:2, 18:18, Exodus 33:13), maar tegenwoordig wordt het uitsluitend nog gebruikt om niet-Joden mee aan te duiden.
Hebreeuws voor een natie of volk. In de Bijbel wordt Israël ook een goj genoemd (Genesis 12:2, 18:18, Exodus 33:13), maar tegenwoordig wordt het uitsluitend nog gebruikt om niet-Joden mee aan te duiden.