Beracha / beroche / berooche - ברכה

Zegening of dankzegging (in het Grieks eucharistia). Joden gebruiken o.a. voor het nuttigen van voedsel of drank vaste dankzeggingen (Mattheüs15:36, 26:27, Johannes 6:23, Handelingen 27:35, 1 Timotheus 4:3 en 4) Ze zijn ook een onderdeel van de gebeden (Filippenzen 4:6, Efeziërs 5:20).
De beker van het avondmaal kreeg later de bijnaam ‘beker der dankzegging’ (1 Corinthiërs 10:16) of ‘beker des Heren (1 Corinthiërs 10:21 en 11;27)’.
De zegen voor het brood is: “Baroech Atta Adonai Elohénoe, Melech ha’olam, ha’motsie lèchem min ha’arets” (Gezegend bent U, Here onze God, koning van het gehele universum, die brood uit de aarde laat voorkomen).
De zegen voor de wijn is: “Baroech Atta Adonai Elohénoe, Melech ha’olam, Boré prie ha’gafen” (Gezegend bent U, Here onze God, koning van het gehele universum, Schepper van de vrucht van de wijnstok).