School voor gebed – Les 3

Gij hebt niets, omdat gij niet bidt. Of, gij bidt wel, maar gij ontvangt niet, doordat gij verkeerd bidt, om het in uw hartstochten door te brengen. (Jacobus 4:2b,3.)

ONTVANGEN IN GEBED

In deze les willen we kijken naar een aantal voorwaarden waaraan moet worden voldaan om in gebed dingen van God te kunnen ontvangen.

1. Waarom ontvangen we niet altijd wat we bidden?

Velen beseffen niet dat God onze gebeden in een aantal gevallen niet kan verhoren. Er kunnen verschillende belemmeringen zijn die dit veroorzaken.

Soms kan God onze gebeden niet (ver)horen omdat er ongerechtigheid in ons leven is.

Jesaja 59:1,2 “Zie, de hand des Heren is niet te kort om te verlossen (te redden, te helpen, te doen zegenvieren), en zijn oor niet te onmachtig om te horen; maar uw ongerechtigheden zijn het, die scheiding brengen tussen u en uw God, en uw zonden doen Zijn Aangezicht voor u verborgen zijn, zodat Hij niet hoort.”

Het woord ongerechtigheid in dit vers betekent letterlijk ‘iets dat verdraaid of verwrongen is’. Het wordt in de Bijbel ook vaak vertaald met; schuld, onrecht of misdaad.

Psalm 66:18 “Had ik onrecht aanschouwd in mijn hart, dan zou de Here niet hebben gehoord.”

Helaas weet niet iedereen dat er ongerechtigheid in zijn of haar leven is. In Leviticus 5:17 staat:

“Indien iemand zondigt en doet een van de dingen die de Here verboden heeft, zonder dat hij het weet, dan is hij toch schuldig en draagt zijn ongerechtigheid.”

Meteen gaat dan Jesaja 59:1,2 in werking waarin staat dat de Here God Zijn Aangezicht verbergt en ons zelfs niet kan horen, wanneer er sprake is van ongerechtigheid.

Daarom is het belangrijk dat verborgen zonden aan het licht komen.

Dit is in de eerste plaats het werk van de Heilige Geest. Maar wij moeten ervoor zorgen dat de Heilige Geest in ons kan werken. Hij gebruikt daarvoor in het bijzonder, het lezen van het Woord (zie psalm 19:7-14), het gebed, het luisteren naar prediking en onderwijs van Gods Woord, maar soms ook het vasten.

We mogen bidden dat God ons vrijspreekt van verborgen zonden.

Psalm 19:12 (Het Boek) “Wie kent elke zonde? Vergeef mij ook mijn onbewuste zonden.”

We hoeven hierbij niet zelf in onze ziel te gaan graven, maar we mogen de Heilige Geest vragen om ons hart te doorzoeken (Psalm 139:1). Dan brengt Hij onze verborgen onge-rechtigheden aan het licht.

1 Johannes 1:9 “Indien wij onze zonden belijden, Hij is getrouw en rechtvaardig, om ons de zonden te vergeven en ons te reinigen van alle ongerechtigheid.”

Zonden kunnen zelfs een belemmering zijn om genezing te ontvangen, hoewel we dit nooit mogen omdraaien, door te zeggen: “dat iemand niet is genezen komt doordat er vast nog wel ergens onbeleden zonden zullen zijn”.

school_voor_gebed_les_3_1Soms zullen we allereerst elkaar om vergeving moeten vragen;

Jacobus 5:16 “Belijdt daarom elkander uw zonden en bidt voor elkander, opdat gij genezing ontvangt. Het gebed van een rechtvaardige vermag veel, doordat er kracht aan verleend wordt.”

Mattheüs 6:15 “maar indien gij de mensen niet vergeeft, zal ook uw Vader uw overtredingen niet vergeven.”

Wanneer we de zonden hebben opgeruimd staan we rechtvaardig voor God. Dat betekent niet dat we dan volmaakt zijn. Maar wanneer we Gods Geest dagelijks de kans geven om ons hart te doorzoeken, en daarna onze onge-gerechtigheden bij het kruis brengen, ziet God ons aan als rechtvaardigen.

Dan worden onze gebeden krachtig, zoals er staat geschreven:

Jacobus 5:16b “Het gebed van een rechtvaardige vermag veel, doordat er kracht aan verleend wordt.”

2. De identiteit van de bidder

Om dingen van God te ontvangen moeten we naast onze plichten, ook goed onze rechten kennen. Velen kunnen niet van God ontvangen omdat ze hun rechten niet kennen. De Here Jezus geeft een gelijkenis om Zijn toehoorders hierop te wijzen.
Het is het verhaal van de onrechtvaardige rechter in Lukas 18, waarin een vrouw blijft volharden en aandringen bij een rechter, omdat ze haar rechten heel goed kent.

De Bijbel leert ons dat we geen vreemdelingen en bijwoners zijn, maar erfgenamen. We hebben de Geest van het zoonschap ontvangen waardoor we Abba Vader mogen zeggen. (Zie Romeinen 8:14-17; Galaten 4:7; Efeziërs 1:11,18; 2:19; I Petrus 2:9).

Doordat we kinderen van God zijn hebben we recht op de erfenis. Doordat velen niet goed hun positie kennen, durven ze ook niet aan te nemen wat God voor hen heeft. Laten we ons daarom bewust worden wat onze rechten zijn. Daarbij verlangt de Hemelse Vader ernaar dat we vrijmoedig alles gaan opeisen waarop we recht hebben.

3. Leren luisteren naar Gods stem

Fundamenteel voor het bidden is het luisteren! We weten namelijk niet wat we naar behoren moeten bidden (Rom. 8:26). Gebeden, die in onze optiek goed zijn, hoeven toch niet in overeenstemming met Gods wil te zijn. Want Gods gedachten zijn niet gelijk aan onze gedachten (Jesaja 55:8). We zullen God dus moeten vragen wat en hoe wij mogen bidden. Hij is een God die spreekt met Zijn kinderen (zie Jesaja 30:21b, Mattheüs 10:27 en Johannes 10:3,4,5,16,27). God spreekt met iedereen, maar helaas zijn maar weinig schapen op Zijn stem afgestemd.

a. Hoe kunnen we nu Gods stem horen?

Niet alleen God heeft een stem, maar ook de duivel en wijzelf hebben een stem. Voordat we Gods stem duidelijk zullen kunnen horen, moeten we dus twee stemmen uitschakelen.

  1. Onze eigen stem. Niet alleen onze verkeerde gedachten, maar ook onze goede gedachten en ideeën kunnen de verhoring in de weg staan. In 2 Corinthiërs 10:5 lezen we dat we alle gedachten en bedenksels in gehoorzaamheid, als krijgsgevangene bij Jezus moeten inleveren. Stel daarom in gebed bewust je gedachten onder Gods controle.
  2. De stem van de duivel moeten we ook het zwijgen opleggen. In Jacobus 4:7 staat dat we ons aan God moeten onderwerpen en weerstand aan de duivel moeten bieden. Dan zal hij van je vlieden. Wel staat er dat wij weerstand moeten bieden. Bidt dus bijvoorbeeld: “Alle gedachten die van de duivel afkomstig zijn weersta ik in de naam van Jezus!” Maar bidt niet: “Here God, wilt U de duivel wegsturen”, want Jezus heeft ons autoriteit over de machten der duisternis gegeven (zie b.v. 1 Petrus 5:8,9; Lukas 10:19,20; Efeziërs 2:6).
  3. De stem, die nu nog overblijft, is die van God. Vraag Hem nu Zijn woord in je hart te bevestigen. Als God spreekt, dan komt Hij met Zijn vrede of met overtuiging van zonde. De duivel komt echter met twijfel, onrust en verwarring.
    Controleer altijd of de dingen die je ervaart in overeenstemming zijn met Gods Woord. Je mag God ook vragen Zijn woord op een andere manier te bevestigen, vooral als het belangrijke dingen in je leven betreft. De Bijbel zegt dat een zaak vast staat als er twee of drie getuigen zijn. Het is dus geen ongeloof wanneer we God om meer dan één bevestiging vragen! Weet dat God ook je broeders en zusters wil gebruiken en in het bijzonder je geestelijke leiders. Blijf je het met een bepaald punt toch moeilijk vinden, ga dan naar je voorganger of oudste.

Wanneer we gaan bidden spelen er vaak zoveel gedachten door ons hoofd, dat we ons niet kunnen concentreren. (B.v.: ik moet Jan nog bellen, of… dat en dat nog kopen). Neem daarom altijd naast een Bijbel ook pen en papier mee naar een bidstond. Je kunt deze dingen dan meteen opschrijven, zodat je tijdens het bidden niet bang hoeft te zijn dat je ze zult vergeten.

Het is vaak goed om voor en tijdens de bidstond te zingen, zodat je loskomt van je dagelijkse beslommeringen. Daarnaast zijn een tijd van lofprijs en aanbidding altijd een belangrijk onderdeel van een gebedstijd. Eveneens is het goed om een Bijbelgedeelte te lezen. Op deze manier ‘was’ je je denken schoon met het ‘waterbad van het Woord’.

Neem rustig de tijd om met God te praten en naar Hem te luisteren. Hoe meer tijd we voor God apart zetten, des te beter zullen we Hem gaan verstaan! God wil niet dat we alleen bij Hem komen als we leiding nodig hebben, maar Hij wil een voortdurende relatie met ons hebben.

Daarom waren er in de tempel allerlei soorten offers. Zo bestond er naast het schuld- en zondoffer, ook een dank- en vrede offer. Hiermee wordt tot uiting gebracht dat God een relatie met ons wil hebben.

b. Voorwaarden voor het verstaan van Gods stem:

  • het in praktijk brengen van punt 1 t/m 3 (de drie stemmen);
  • breek met invloeden van het rijk der duisternis en de zgn. ‘zonden der toverij’ zoals waarzeggerij, astrologie, magnetisme, pendelen e.d. (Deuteronomium 18:10-13);
  • laat je reinigen van je zonden (Jesaja 59:1 en. 2);
  • ken je geestelijke positie, maar wees nederig;
  • wees voortdurend open voor God. Hij spreekt niet alleen tijdens onze tijden van gebed;
  • wees niet bang om fouten te maken en deze te erkennen. Je moeten leren Zijn stem te verstaan.
  • gehoorzaam aan Gods opdrachten;

c. Stappen, die we moeten nemen om Gods wil te ontdekken

  1. Stel bewust je eigen ideeën en verlangens onder Gods controle en wees bereid om buiten je kaders te denken.
  2. De principes in Gods Woord hebben betrekking op de beslissingen die we moeten nemen. Gods Woord is altijd de eerste toetssteen. Stel jezelf daarom de volgende vragen:
    1. Kan ik dit doen in de naam van Jezus? Col. 3:17.
    2. Zou Jezus dit zelf doen? Zou Hij dezelfde beslissing kunnen nemen? 1 Joh. 2:6.­
    3. Zou ik hier graag mee bezig zijn op het moment dat de Heer terugkomt? 1 Joh. 2:28.
    4. Zal deze daad eer brengen aan God? 1 Cor. 10:31.
    5. Veroorzaakt deze daad onreinheid of nutteloze schade aan mijn lichaam, dat een tempel is van de Heilige Geest? 2 Cor. 6:19.
    6. Zal deze daad mijn geestelijke groei belemmeren? Hebr. 12:1.
    7. Zal deze beslissing andere christenen aanstoot geven, hen doen struikelen of zwak maken?
    8. Zal deze daad een hulp, of juist een verhindering zijn, voor de niet-christenen om mij heen?
    9. Onttrek ik mij hiermee aan het lichaam van Christus (de gemeente) of aan het advies van mijn geestelijke leiders.
  3. Overdenk deze punten biddend.
  4. Wees niet besluiteloos en laat een zaak niet eindeloos in het ongewisse, zodat je Gods leiding mist door uitstel. Als je de juiste beslissing genomen hebt, zal God dit laten weten door een geweldige gemoedsrust, zelfs als de omstandigheden niet allemaal meewerken.

 

SAMENVATTING

Om van God te kunnen ontvangen mag er niets tussen Hem en ons in de weg staan. Het is bovendien van belang om onze positie in Christus te kennen en om altijd luisterend te bidden. Door dit te doen, gaan we niet alleen groeien in onze relatie met God, maar zullen we ook steeds grotere gebedsverhoringen gaan meemaken.

 

BIJLAGE LES 3

VRAGEN EN OPDRACHTEN

  1. Noem eens een aantal zaken die de verhoring van een gebed kunnen belemmeren.
  2. Maak eens een lijst met kenmerken van een goede vader. Onderzoek daarna of we deze eigenschappen ook bij de Hemelse Vader kunnen vinden.
  3. Noem eens enkele manieren waarop we zonder woorden aan de Vader onze liefde kunnen tonen. Maak er een begin mee om de genoemde punten in praktijk te brengen.
  4. Probeer om de komende weken eens een paar maal met anderen samen te komen voor gebed. Neem de tijd om samen te groeien in het luisterend bidden. Vergeet echter niet de reguliere bidstonden!
  5. Maak eens een liefdesgeschenk voor God.