Was Jezus drie dagen en drie nachten in het graf?

Velen vragen zich af op welke dag Jezus is gekruisigd en hoelang Hij in het graf is geweest.
In het evangelie van Mattheüs lezen we dat Hij drie dagen en drie nachten in het graf zou zijn.

Mattheüs 12:40  Want zoals Jona drie dagen en drie nachten in de buik van de grote vis was, zo zal de Zoon des mensen drie dagen en drie nachten in het hart van de aarde zijn.

Wanneer we uitgaan van de lange traditie dat Jezus op vrijdag is gekruisigd, dan komen we een nacht tekort. We weten namelijk dat Hij vroeg op de eerst dag van de week (de zondag) al was opgestaan (Mat. 28:1; Markus 16:9; Lukas 24:1)1. Maar er zijn slechts twee nachten tussen vrijdag en zondag2. Dit is strijdig met Jezus’ woorden dat Hij ‘drie dagen en drie nachten in het hart van de aarde’ zou zijn.
In dit artikel willen we onderzoeken of Jezus inderdaad op vrijdag kan zijn gekruisigd en hoe we dat kunnen rijmen met de ‘drie dagen en nachten’ uit Mattheüs.

Mogelijke oplossingen van de discrepantie

1. De duisternis wordt meegerekend

Een oplossing die door sommigen wordt genoemd is het meerekenen van de drie uur durende duisternis als extra nacht (Mat. 27:45; Lukas 23:44). Omdat er technisch gezien sprake is van een extra zonsondergang en een zonsopgang is er alsnog sprake van drie dagen en drie nachten.
Het probleem van deze oplossing is dat we nergens in de Bijbel een soortgelijk voorbeeld vinden.

2. De kruisiging zou eerder in de week hebben plaatsgevonden

Aangezien het Nieuwe Testament nergens expliciet vermeld dat Jezus op vrijdag is gekruisigd, trachten sommigen het probleem van de drie dagen en drie nachten op te lossen door ervan uit te gaan dat Jezus een dag eerder is gekruisigd, op donderdag.
Hierbij wordt vaak aangevoerd dat het Bijbelse Pesach (Pascha of Paasfeest), waarop Jezus is gekruisigd, al eerder in de week kan zijn begonnen. Pesach begint namelijk ieder jaar op een andere weekdag omdat het begin van het feest afhankelijk is van de maanstand dat jaar.
Daardoor kunnen er ook jaren zijn waarop de eerste dag van het feest en de wekelijkse sabbat na elkaar vallen, of zelfs samenvallen. In onze tijd is het niet langer mogelijk dat Pesach op een vrijdag begint omdat Joodse geleerden de Bijbelse kalender hebben aangepast3.

Een veelgehoorde verklaring is dat er in deze situatie sprake zou kunnen zijn van een extra sabbat, die in het jaar van de kruisiging op vrijdag viel, de dag voor de wekelijkse sabbat4.

Hoewel dit op het eerste gezicht heel aannemelijk lijkt, zitten er toch wel enige haken en ogen aan deze verklaring, omdat de eerste dag van het Pesachfeest in de Bijbel (en in de latere Joodse traditie) nooit een sabbat wordt genoemd, maar Moëed (Gods vastgestelde Hoogtijd)5. Op deze dag moet een heilige samenkomst worden gehouden en mag geen ‘dienstwerk’ worden verricht (Lev. 23:7), maar er mag wel voedsel worden bereid (Lev. 23:7)6.

Ten tweede zijn er aanwijzingen in het Nieuwe Testament die erop duiden dat de kruisiging inderdaad op vrijdag heeft plaatsgevonden. Zo worden in de evangeliën uitdrukkelijk tijdsaanduidingen als ‘de voorbereiding’ en ‘het begin van de sabbat’ genoemd (Mat. 27:62, Lukas 23:54). Dat impliceert dat de kruisiging op vrijdag zou moeten hebben plaatsgevonden.

Een taalkundige oplossing

Bij het lezen van de Bijbel moeten we rekening houden met het Hebreeuwse taaleigen. Iedere taal heeft vaste uitdrukkingen die niet zomaar naar een andere taal kunnen worden omgezet. Zo kent het Engels niet de volgende uitdrukkingen; ‘nu komt de aap uit de mouw’ of ‘nu zijn de poppen aan het dansen.’ In het Nederlands kennen we sommige Engelse uitdrukkingen niet. We zeggen bijvoorbeeld niet dat ‘iets niet ons kopje thee is’ als het niet ons ding is, of dat ‘we onder het weer zijn’ als we ons onwel voelen.

Op gelijke wijze heeft het Hebreeuws uitdrukkingen die niet letterlijk zijn te vertalen. Wanneer de Bijbel bijvoorbeeld spreekt over ‘de voeten bedekken’ (1Sam. 24:3), dan wordt daarmee ‘je behoefte doen’ bedoeld.
Het is dus nodig om voor een goed begrip van de Bijbel rekening te houden met de specifieke eigenaardigheden van het Hebreeuws.

Schrift met Schrift vergelijken

Soms kunnen we ontdekken wat Hebreeuwse uitdrukkingen betekenen door te kijken hoe deze in andere Bijbelgedeelten worden gebruikt. Dat is in een aantal gevallen zelfs mogelijk met behulp van een Bijbelvertaling, mits het een vrij letterlijke vertaling is. De Staten Vertaling is daar het meest geschikt voor7.

Dagen en nachten als uitdrukking

In het Hebreeuws wordt, om een aaneengesloten periode te benadrukken, van ‘dagen en nachten’ of ‘dag en nacht’ gesproken. In Leviticus wordt een aaneengesloten periode van 7 dagen op de volgende wijze beschreven:

Leviticus 8:35  Bij de ingang van de tent der samenkomst zult gij dag en nacht, zeven dagen lang, blijven.

De toevoeging dag en nacht geeft aan dat het een aaneengesloten periode is.

Van de vloed wordt gezegd dat deze veertig dagen en veertig nachten zou duren8, want het zijn 40 achtereenvolgende dagen;

Genesis 7:4  Want over nog zeven dagen zal Ik het op de aarde veertig dagen en veertig nachten laten regenen; en Ik zal al wat bestaat, wat Ik gemaakt heb, van de aardbodem verdelgen.

Op gelijke wijze was Mozes ‘Veertig dagen en veertig nachten’ op de berg, zonder te eten en te drinken (Ex. 34:28; Deut. 9:18).
Jobs vrienden zaten ‘zeven dagen en zeven nachten’ in stilte bij hem (Job 2:13).

Drie opeenvolgende dagen

Drie dagen en drie nachten is dus een uitdrukking voor drie (opeenvolgende) dagen.
We vinden de uitdrukking ook in het boek Samuel. De NBG vertaalt dit letterlijk uit het Hebreeuws:

1 Samuël 30:12 [NBG] … en toen hij dat gegeten had, keerde zijn geest in hem terug, want hij had gedurende drie dagen en drie nachten niets gegeten of gedronken.

Uit de context van dit gedeelte blijkt dat het om drie dagen gaat. Het hoofdstuk begint met te vermelden wat er ‘op de derde dag’ gebeurde (1 Samuël 30:1).

Een soortgelijk voorbeeld vinden we in het boek Esther. Het volk wordt opgeroepen om ‘drie dagen lang, nacht en dag’ te vasten (Esther 4:16). ‘Op de derde dag’ gaat Esther naar de Koning (Esther 5:1).

De drie dagen en nachten van Jona

In het verhaal van Jona wordt ook van ‘drie dagen en drie nachten’ gesproken, om daarmee de opeenvolgende periode van ‘drie dagen’ te benadrukken.

Jona 1:17 [NBG] En de HERE beschikte een grote vis om Jona in te slokken; en Jona was in het ingewand van de vis drie dagen en drie nachten.

De Here Jezus citeert deze uitdrukking uit Jona 1:17 letterlijk:

Mattheüs 12:40 [NBG]  Want gelijk Jona drie dagen en drie nachten in de buik van het zeemonster was, zo zal de Zoon des mensen in het hart der aarde zijn, drie dagen en drie nachten.

Voorbeelden uit de Joodse literatuur

De oude Joodse geschriften kunnen ons helpen bij het interpreteren van Bijbelgedeelten. In de Midrasj van Esther9 lezen we dat een periode van drie dagen en drie nachten als drie dagen worden beschouwd.

Een andere kwestie: “het was op de derde dag” (Esther 5:1). Israël was nooit langer dan drie dagen in moeilijkheden, want over Abraham staat geschreven: “Op de derde dag sloeg Abraham zijn ogen op en zag de plaats [Moria] in de verte” (Genesis 22:4).  … Van Jona staat geschreven: “Jona was drie dagen en drie nachten in het ingewanden van de vis” (Jona 2:1). Want de doden zullen pas na drie dagen leven, zoals staat geschreven: ‘Op de derde dag zal Hij ons opwekken’ (Hosea 6:2).
Ook dit wonder [in Esther 5] vond plaats na drie dagen vasten; dat is wat er staat geschreven: “Het was op de derde dag dat Esther zich met koninklijkheid bekleedde” (Esther 5:1).

In deze Midrasj wordt de ‘derde dag’ van Abraham bij Moria, van Esther bij de koning en uit Hosea 6:2, beschouwd als parallel aan de ‘drie dagen en drie nachten’ van Jona in de vis. Dit is precies wat de schrijvers van het Nieuwe Testament doen met ‘de drie dagen en nachten’ en ‘de derde dag’.

In het boek Tobit10 wordt de uitdrukking ‘drie dagen en drie nachten’ eveneens als drie opeenvolgende dagen beschouwd;

Tobit 3:12  Op deze woorden ging zij in ene kamer, boven in het huis, en at noch dronk drie dagen en drie nachten; en zij hield aan met bidden en wenen, en bad God, dat hij haar van de versmaadheid wilde verlossen. 13  Daarna op de derde dag, toen zij haar gebed voleindigd had, loofde zij God …

Bevestiging vanuit het Nieuwe Testament

We hebben gezien dat drie dagen en drie nachten een aaneengesloten tijdsperiode is van 3 dagen en dat Jezus op de derde dag is opgestaan. Dat wordt ook bevestigd in de volgende Bijbelverzen:

Markus 10:34 En zij zullen Hem bespotten en Hem geselen en Hem bespuwen en Hem doden; en op de derde dag zal Hij weer opstaan.

Lukas 18:33 En zij zullen Hem doden, nadat zij Hem gegeseld hebben en op de derde dag zal Hij weer opstaan.

Lukas 24:46  (HSV) En Hij zei tegen hen: Zo staat er geschreven en zo moest de Christus lijden en uit de doden opstaan op de derde dag.

Daarom was de bewaking van het graf slechts nodig tot (ἕως) de derde dag (Mattheüs 27:64).

Na drie dagen betekent eveneens op de derde dag

We zouden nog kunnen denken dat de kruisiging op donderdag kan hebben plaatsgevonden, omdat we in de Evangeliën een paar maal lezen dat Jezus na (μετά) drie dagen zou opstaan (Mat. 27:63; Markus 8:31). Maar ook ‘na drie dagen’ betekent voor Joden uit die tijd: ‘op de derde dag’. Dat wordt  bevestigd door teksten zoals; Markus 10:34; Lukas 13:32 en Lukas 24:21.
Hiervan vinden we ook voorbeelden in Tenach.

In Kronieken zien we dat ‘over drie dagen’ of ‘na drie dagen’ een uitdrukking is voor: ‘op de derde dag!’

2Kronieken 10:5  Hij (de koning) zei tegen hen: Kom over drie dagen weer bij mij terug. En het volk ging weg.
2 Kronieken 10:12 Toen kwam Jerobeam met heel het volk bij Rehabeam, op de derde dag, zoals de koning had gesproken: Kom op de derde dag bij mij terug.

Het volk wist precies wat er met ‘over drie dagen’ werd bedoeld, want ze kwamen op de derde dag weer terug!

Dus wanneer Jezus zegt dat Hij na drie dagen zal worden opgewekt (Mat. 27:63), dan bedoelt Hij dat Hij ‘op de derde dag zal opstaan.’

Dat Jezus is op de derde dag is opgestaan blijkt ook duidelijk uit de context van Lukas 24:21.
Verder spreekt Jezus ook van het afbreken en opbouwen van de tempel in of binnen drie dagen (Mat. 26:61, 27:40; Markus 14:58; 15:29; Joh. 2:19,20).
De apostel Paulus noemt eveneens de opstanding op de derde dag (1Kor. 15:4).

De dag van de voorbereiding

In het evangelie van Johannes vinden we nog een aanwijzing dat Jezus op vrijdag is gekruisigd.

Johannes 19:31 [HSV] Opdat de lichamen niet aan het kruis zouden blijven op de sabbat, omdat het de voorbereiding was (want de dag van die sabbat was een grote dag) [Letterlijk: want die sabbatdag was groot], vroegen de Joden dan aan Pilatus of hun benen gebroken en zij weggenomen mochten worden.

Johannes zegt dat het ‘de voorbereiding’ was. Het Grieks wordt het ‘Paraskeué’ (Παρασκευή) genoemd, wat toebereiding of voorbereiding betekent.
Markus legt de term uit en zegt dat het de dag voor de sabbat, of voorsabbat is (Προσάββατον), dat is de vrijdag (Mark. 15:42)11. Paraskeué is tot op heden de Griekse naam voor de vrijdag12.
Paraskeué is de Griekse weergave van het Aramese woord Aroevta (עֲרוּבְתָּא) of Joma d’aroevta (יוֹמָא דְּעָרוּבְתָא), waarmee eveneens de vrijdag, de dag van de voorbereiding op de sabbat wordt bedoeld13.

Johannes vertelt hier verder dat die sabbat groot was. Dat betekent dat in dat jaar de gewone sabbat en de eerste dag van Pesach (de 15e van de maand niesan) samenvielen.
Dat betekent dat Jezus dus op de 14e niesan moet zijn gekruisigd, de vooravond van Pesach, iets wat ook wordt ook bevestigd in de Joodse Talmoed14.

Hoewel niet doorslaggevend in dit betoog, is het opmerkelijk dat volgens joodse commentaren de eerste zonde (Genesis 3) op vrijdagmiddag zou hebben plaatsgevonden15.

Jezus stierf dus op de dag en op het tijdstip waarop de Paaslammeren werden geslacht. Dat gebeurde slechts enkele honderden meters van het kruis verwijderd! Het is daarom niet verwonderlijk dat Paulus Christus ‘ons Paaslam’ noemt (1Kor. 5:7).

De boodschap van het evangelie

We kunnen concluderen dat veel erop wijst dat Jezus op vrijdag is gekruisigd en dat dit niet in tegenspraak is met de ‘drie dagen en nachten’ van Mattheüs.

Zoals voor veel onderwerpen geldt, bestaat er een kans dat discussies zodanig de overhand krijgen, dat ze uiteindelijk voor verdeeldheid zorgen. Het belangrijkste is dat we beseffen dat niet het moment van de kruisdood alle aandacht moet krijgen, maar het feit dat de Messias Jezus voor ons is gestorven en opgestaan en dat Zijn straf ons ons ‘sjaloom’ brengt (Jesaja 53:5).
Dit is de kern van het Evangelie, de blijde boodschap die we in woord en daad mogen uitdragen.

 


Voetnoten

  • De Bijbelse dag (een etmaal) wordt in Daniël ‘avond-morgen’ genoemd (Daniël 8:14). De Joodse dag wordt gewoonlijk gerekend vanaf zonsondergang tot de volgende zonsondergang (Ex.12:18; Lev.23:32). Dit betekent dat Jezus ergens tussen zaterdagavond en zondagmorgen moet zijn opgestaan.
  • De nacht van vrijdag op zaterdag en de nacht van zaterdag op zondag.
  • Why is the Last Supper on a different night than all other Seder nights?

  • Jezus zou dan op donderdag zijn gekruisigd en op zondag zijn opgestaan. In dat geval is er sprake van drie nachten, maar het zijn vier dagen, tenzij Jezus al op zaterdagavond na het einde van de sabbat was opgestaan.
  • Dit geldt zowel voor Pesach (Pascha) als Soekot (het Loofhuttenfeest). Moëed (מוֹעֵד) betekent gezette Hoogtijd, vastgestelde Feesttijd (Lev. 23:2,4,37,44). De laatste dag is ook Moëed (Ex. 12:16; Lev. 23:8,36). De tussenliggende dagen, waarop licht werk mag worden verricht, worden Chol Ha-Moëed (חוֹל הַמוֹעֵד) genoemd.
    Wel wordt de Grote Verzoendag, die op de 10e van de 7e maand valt, een sabbat genoemd (Lev. 16:31, 23:31-32).
  • Niet alle vormen van arbeid zijn op deze dag verboden. Zo mocht er niet op het land worden gewerkt, maar hij was niet verboden om te koken of te bakken (Ex. 12:16). In de latere Joodse Halacha (wet) zijn deze verboden tot detail uitgewerkt.
  • De HSV kan eventueel worden gebruikt. In het Engels kan ‘Young’s literal translation’ worden gebruikt.
  • Soms wordt naar de vloed verwezen als een periode van veertig dagen, zonder daarbij expliciet de nachten te noemen (Genesis 8:6).
  • Esther Rabba 9:2.
  • We vinden het woord voorsabbat (Grieks: prosabbaton προσάββατον), in de betekenis van vrijdag, in het Griekse opschrift van Psalm 93:1 in de Septuaginta, de Griekse vertaling die door Alexandrijnse Joden  is gemaakt. In de Septuaginta staat: “Voor de dag voor de sabbat, toen het land voor het eerst in bezit werd genomen …”. De Latijnse Vulgaat heeft dit overgenomen: ”Laus cantici David in die ante sabbatum … (Een lofzang voor David op ‘de dag voor de sabbat’.)” In de Hebreeuwse grondtekst en Nederlandse Bijbelvertalingen ontbreekt dit opschrift. Volgens de Talmoed; Bab. Rosj Hasjana 31a werd deze Psalm op iedere vrijdagochtend in de tempel gezongen – ter herinnering aan het feit dat dit de dag was waarop God Zijn werk compleet maakte.
    Griekse Joden gebruiken (zoals in het Hebreeuws) geen namen voor de dagen van de week. In het Grieks telden ze de dagen vanaf de sabbat. De zondag werd ‘de eerste [vanaf de] sabbat’ genoemd (τῆϛ μιᾶϛ σαββάτων), zoals in Markus 16:2 (in het Grieks). De vrijdag is de ‘zesde [vanaf de] sabbat’, maar deze dag wordt meestal de ‘voorbereiding [op de sabbat]’ (παρασκευή) genoemd, zoals in Luk. 23:54 en Joh. 19:31.
  • Tertullianus (eind 2e, begin 3e eeuw) noemt Paraskeué ‘de zesde dag van de week (lett. De zesde van de sabbat – έκτη Σαββάτων). Epiphanius van Salamis (4e eeuw), die in Israël is geboren, noemt het de voorsabbat of présabbat (Προσάββατον) https://el.wikipedia.org.
  • Aroevta (עָרוּבְתָא)  (עָרוּבְתָא) wordt in de Joodse literatuur, wanneer geen nadere aanduiding wordt gebezigd (zoals aroevta van Jom Kippoer) altijd voor de vrijdag gebruikt (bv. Jer. Talmoed Maäser Sheni 4:1). In Bereishit Rabbah 11:8, Yalkut Shimoni on Torah 16:24 en Pesikta Rabbati 23:1 worden de dagen van de week opgesomd, waarbij de vrijdag ‘aroevta’ wordt genoemd. De Pesjitta, de Armese vertaling van het Nieuwe Testament, gebruikt  eveneens ‘aroevta’ (in Mat. 27:62; Mark. 15:42; Joh. 19:31,42) en in Lukas 23:54 ‘joma d’aroevta’.
    Josephus Flavius noemt de vrijdag ook de Paraskeué (de voorbereiding). Hij schrijft in de ‘Joodse Oudheden’ dat de Joden in de dagen van Augustus op Paraskeué (vrijdag) vanaf de 9e uur met de voorbereidingen voor de sabbat begonnen (Antiq. xvi. 6, 2).
    De Latijnse naam die de katholieke kerk tot 1955 voor de vrijdag van de kruisiging gebruikte, was ‘Feria sexta in Parasceve’ (Vrijdag van de voorbereiding [voor de sabbat]’) https://en.wikipedia.org/wiki/Good_Friday.
  • Sanh. 43a.

Woordenlijst

  • Halacha

    (הלכה)

    Rabbijns begrip voor wet of levenswandel.

    De term halacha (הלכה = wandel) is een rabbijns concept. Halacha is de toepassing van de wetten uit de Tora in de dagelijkse levenswandel. Halacha is afgeleid van het Hebreeuwse werkwoord halach (הלך = lopen/wandelen/gaan). Een van de belangrijkste Joodse geschriften, de Talmoed, bestaat voor een groot deel uit halacha die door rabbijnen is vastgesteld op grond van de exegese (uitleg) van bepaalde Bijbelgedeelten.
    Het bijvoeglijk naamwoord van halacha is halachisch wat ‘volgens de rabbijnse/joodse wet’ betekent.

  • Septuagint / Septuaginta / LXX

    Toen het Grieks in het Oost-Romeinse Rijk de voertaal werd, maakten de Joden rond 200 voor Christus een Griekse vertaling van de Hebreeuwse Bijbel. Deze vertaling, waaraan zeventig rabbijnen zouden hebben gewerkt, kreeg uiteindelijk de Latijnse naam Septuagint. (Het is een afkorting van ‘interpretatio septuaginta interpretum virorum’ – ‘de vertaling van de 70 vertalers’). De Septuagint, soms weergegeven met Romeinse cijfers LXX (=70) wordt in het Nieuwe Testament vaak geciteerd omdat dit ook in het Grieks is geschreven.

    De Septuagint is soms verklarend (een parafrase) en daardoor niet altijd een letterlijke vertaling van het Hebreeuws. Zo staat aan het eind van Jesaja 28:16 “wie gelooft, die zal niet haasten”. De Septuagint geeft dit als volgt weer: “Wie in (op) Hem gelooft, zal niet beschaamd worden”.
    Petrus citeert deze tekst in 1 Petrus 2:6 niet uit het Hebreeuws, maar uit de Joodse Septuagint.

    Wanneer gevangen werden vrijgelaten uit de donkere kerkers, was het alsof hun ogen werden geopend. De LXX voegt dit toe aan Jesaja 61:1. Lukas citeert (in hoofdstuk 4:18) letterlijk de Septuagint. Zo zijn er tal van voorbeelden.

    De Septuagint is de Bijbelvertalers tot hulp geweest bij het vertalen van Hebreeuwse woorden waarvan de betekenis niet helemaal duidelijk of zelfs onbekend was. ... [Lees meer]

  • Tenach / Tanach

    (תְּנַ״ךְ-תַּנַ״ךְ)

    De Hebreeuwse Bijbel of het Eerste Testament/Verbond. Vanaf de 2e eeuw door Christenen het Oude Testament genoemd, een naam die Joden liever niet gebruiken. Het woord TeNaCH is samengesteld uit de Hebreeuwse beginletters van de drie delen: Tora (T), Profeten (N) en Geschriften (CH).

    Zie deze pagina voor uitgebreidere informatie.

  • Tora / Torah / Thora

    (תורה)

    Aanduiding voor de 5 boeken (of de wet) van Mozes.

    Letterlijk: instructie. Tora is afgeleid van het Hebreeuwse werkwoord ‘jarah’ dat o.a. betekent: een doel raken, onderwijzen, maar ook regenen (Hosea 6:3). Het is een antoniem (tegenstelling) van het Hebreeuwse werkwoord ‘doel missen’ oftewel ‘zondigen’.
    Het woord Tora heeft een aantal verschillende betekenissen:

    1. Instructie, onderwijzing (spreuken 3:1).
    2. Een aanduiding voor de 5 boeken van Mozes, de Pentateuch. (Meestal vertaald met ‘Wet’ of ‘de Wet van Mozes’, zoals in Mattheüs 11:13: “al de Profeten en de Wet (= de Pentateuch) hebben geprofeteerd tot Johannes toe”.
    3. Soms een aanduiding voor het boek Deuteronomium (het boek der wet).
    4. Een boekrol met de 5 boeken van Mozes (sefer Tora).
    5. Het hele Eerste/Oude Testament (door Joden Tenach genoemd).
    6. De wet van Christus (1 Cor. 9:21, Gal. 6:2, Joh. 13:34,35)

    Naast de geschreven Tora kennen Joden de mondelinge Tora. Dat zijn de lessen en instructies die van vader op zoon zijn doorgegeven en die na de verwoesting van de tempel op schrift zijn gesteld in o.a. de Misjna.