De stammen
Inhoudsopgave
DE NAMEN DIE ISRAEL VORMEN
De eerste letters van de namen van de aartsvaders en -moeders vormen in het Hebreeuws het woord Israël. Ieders naam begint met een van de letters.
(Dit gaat alleen op in het Hebreeuws, de taal van de bijbel)
Ja’akov en Jitschak beginnen elk met een Joed,
Sara begint met een Shien,
Rachel en Riwka beginnen met een Reesh,
Awraham met een Alef en
Lea met een Lamed.
- Samen zijn het zeven personen. Zeven is het getal van Gods verbond.
- Er worden twaalf verschillende letters gebruikt. (Twaalf staat in de Schrift voor de stammen van Israël, die uit hen zijn voortgekomen.)
- In het totaal zijn het 26 letters dit is de soms van de letters van de Naam van de EEUWIGE (J – H – W- H), die door Israël aan de wereld is geopenbaard.
Joed (10) + Hé (5) + Wav (6) + Hé (5) = 26
DE VOLGORDE VAN DE STAMMEN VAN ISRAEL
De volgorde waarop de stammen van Israël in de bijbel worden opgesomd is niet steeds hetzelfde. Zo is bijvoorbeeld de volgorde van de stammen naar geboorte (Genesis 35), het zegenen (Genesis 49), het tellen (Numeri 1:20) of de legering rondom de tabernakel (Numeri 2), steeds weer anders.
ZEGEN EN VLOEK
In Deuteronomium 27:12-15 (e.v.) zien we de stammen voor de zegen en de vloek:
“Wanneer gij de Jordaan overgetrokken zijt, zullen zich op de berg Gerizzim opstellen om het volk te zegenen: Simeon, Levi, Juda, Issakar, Jozef en Benjamin.
En op de berg Ebal zullen zich opstellen om te vervloeken: Ruben, Gad, Aser, Zebulon, Dan en Naftali.
Dan zullen de Levieten met luider stem voor alle mannen in Israël betuigen:
Vervloekt is de man, die een gesneden of gegoten beeld maakt, een gruwel voor de Here, het maaksel der handen van een werkman, en dit in het verborgene opstelt. En het gehele volk zal antwoorden: Amen.”
DE STAMMEN RONDOM DE TABERNAKEL
In Numeri 2 lezen we dat de stammen in groepen van drie rondom de tabernakel waren gelegerd.
Elk van deze groepen van drie had een vendel. Hierop stonden een Leeuw (de groep van Juda), een Adelaar (de groep van Dan), een rund of stier (de groep van Efraïm) en een mens (de groep van Ruben) afgebeeld.
Rondom de tabernakel lag de stam Levi.
DE POORTEN IN EZECHIEL 48:31-35
Woordenlijst
Aartsvaders
(אבות)(Grieks: patriarchen) – Abraham/Awraham, Isaäk/Jitschak en Jakob/Ja’akov. In Handelingen 7:8-9 worden ook de twaalf zonen van Jakob aartsvaders genoemd.
Het voorvoegsel ‘aart’ is afgeleid van het Griekse woord ‘archè’... [Lees meer]