Het brood van morgen
Inhoudsopgave
Inleiding
In Mattheüs 6 vinden wij het gebed dat de Here Jezus aan zijn discipelen onderwees. Meestal wordt dit kortweg het ‘Onze Vader’ genoemd. Wanneer we dit gebed nader beschouwen, is er iets dat duidelijk in het oog springt.
Alles in dit gebed heeft te maken met het doorbreken van het koninkrijk der hemelen in ons leven. Maar vers 11 lijkt een beetje een vreemde eend in de bijt, omdat daar niet langer over hemelse zaken lijkt te worden gesproken. Er staat in de meeste vertalingen: ‘Geef ons heden (of vandaag) ons dagelijks brood’ (Mattheüs 6:11). Omdat er over dagelijks voedsel wordt gesproken, lijkt deze bede opeens zo aards1.
Een moeilijk te vertalen vers
Het eenvoudig ogende vers kan echter op nogal verschillende wijzen worden vertaald. In de oudheid hebben verschillende ‘kerkvaders’, waaronder Origines, Hiëronymus en Chrysostomus, al over dit vers geschreven. Met name het Griekse woord ‘epiousios’ dat meestal met ‘dagelijks’ wordt vertaald heeft de Bijbelvertalers veel hoofdbrekens bezorgd. Omdat dit woord, dat behoudens het parallelle gedeelte in Lukas 11:3, nergens in de Bijbel voorkomt, noch in andere Griekse geschriften, is een juiste interpretatie niet eenvoudig.
Methoden van uitleg
Om er achter te komen wat Jezus precies met dit vers heeft bedoeld kunnen we kijken naar Hebreeuwse parallellen zoals Spreuken 30:8. Daar vinden we ook een bede om brood: “voed mij met het brood, mij toebedeeld”2.
Een andere mogelijkheid is het doen van filologisch3 onderzoek. Het Griekse woord ‘epiousios’ kan worden afgeleid van het woord ‘ousia’ dat onder andere: essentie, aard, natuur of wezen betekent, maar dat ook iemands ‘reële bezit’ of ‘vermogen’ kan aanduiden. Dat betekent dat er in dit gebed wordt gevraagd om het essentiële brood dat speciaal voor ons is bestemd. Dit is geen gewoon brood, maar brood van een bijzondere aard dat we onmogelijk kunnen ontberen.
Hemels brood
Brood is hier duidelijk meer dan fysiek voedsel, het staat symbool voor iets dat veel groter is4. Dit brood vertegenwoordigt niet alleen alle vormen van voedsel die nodig zijn om fysiek in leven te blijven, maar vooral het geestelijke voedsel dat noodzakelijk is om stand te kunnen houden en geestelijk te kunnen groeien. De Bijbel spreekt namelijk ook over het ‘hemelse brood’ of het ‘verborgen manna’, het voedsel voor Gods kinderen en voor overwinnaars (Openbaring 2:17).
Brood van morgen
Volgens Origines kan het woord ‘epiousios’ ook met ‘volgende dag’ of ‘toekomst’ worden vertaald. In sommige vertalingen is het vers dan ook vertaald met: ‘geef ons vandaag het brood van morgen’. Hoewel dat op het eerste gezicht wat onzinnig lijkt, doet dit denken aan het wonder dat iedere vrijdag met het manna gebeurde. Jezus sprak hier tegen Joden die heel goed wisten dat op vrijdag ook het manna voor de volgende dag, de sabbat, moest worden ingezameld (Exodus 16:15-26). Ze kregen dus op vrijdag al het brood van de volgende dag. Dat ‘brood van morgen’ staat symbool voor wat de Bijbel ook wel ‘het koninkrijk der hemelen’ of de ‘toekomende eeuw’ noemt.
De sabbat is ook een beeld van deze toekomende eeuw. Vandaar dat de schrijver aan de Hebreeën schrijft dat er nog steeds een sabbatsrust voor het volk van God is (Hebreeën 4:9). Dit is een eeuwigdurend koninkrijk waarin alles onder Gods heerschappij is gekomen. Daarom genas Jezus ook vaak op de sabbat.
Het brood des levens
Door Jezus, die het brood is dat uit de hemel is neergedaald, kunnen wij dat koninkrijk binnengaan en ontvangen wij eeuwig leven (Johannes 6:48-51, 1 Johannes 5:12).
Zoals de Israëlieten op de zesde dag het manna van de zevende dag moesten inzamelen, wordt van ons verwacht dat wij nu hier op aarde reeds de krachten van de toekomende eeuw zullen smaken (vergelijk Hebreeën 6:5). Dat zijn de krachten die de apostelen voortdurend gebruikten en die de Heilige Geest door genade eveneens aan ons schenkt. De Heilige Geest geeft ieder datgene dat hij of zij nodig heeft. Ieder krijgt iets toebedeeld. Maar het is wel van belang dat ieder zijn deel komt ‘opvragen’.
Opvragen waarop we recht hebben
We kunnen het voor een deel vergelijken met iemand die een cheque heeft ontvangen, op zijn naam uitgeschreven. Om het geld te kunnen incasseren moet hij bij de bank vragen of zij de cheque voor hem willen verzilveren. Hij ontvangt dan het aan hem toebedeelde bedrag. Zo is het ook met het brood dat God ons wil geven, het hemelse manna. Op grond van Jezus’ overwinning 2000 jaar geleden, is er op jouw naam een cheque uitgeschreven. Hierop staan dingen die God jou persoonlijk heeft toebedeeld, dingen die nodig zijn om overwinningen te behalen in je geestelijke leven en die het mogelijk maken om de krachten van Zijn koninkrijk ten volle te gebruiken. Omdat Gods cheques op naam staan, zal ieder iets anders ontvangen, iets dat voor hem of haar uniek is. Wordt er nooit met de cheque naar de bank gegaan, dan ontvangt men niets en is de cheque van geen enkele waarde of betekenis.
Vragen om het brood ons toebedeeld
Nu heeft God het heel eenvoudig voor ons gemaakt. Hij roept ons allen op, om datgene wat Hij op naam heeft gezet, te komen verzilveren. Hij heeft alles reeds 2000 jaar voor je klaarliggen. Hij schenkt dat niet omdat je het verdient, maar omdat Jezus met Zijn grote liefde de prijs al voor je heeft betaald. Bovendien doet Hij het uit liefde omdat Hij van je houdt.
Om de cheque te ‘innen’ hoef je alleen maar te bidden wat Jezus in het ‘Onze vader’ heeft onderwezen: “Heer, geef mij vandaag het brood dat aan mij is toebedeeld”5.
Wanneer je dat gaat doen ga je vanzelf ontdekken wat er precies op jouw cheque staat. Het is eigenlijk zo eenvoudig. Wanneer je dagelijkse dit gebed gaat bidden zul je gaan ontdekken dat God je iedere dag ‘brood van morgen’ gaat geven. Brood dat je geestelijk doet groeien en dat dingen in jouw leven gaat uitwerken die verder reiken dan alle aardse mogelijkheden die normaal binnen je bereik liggen. Dit zal ertoe leiden dat je in je doen en laten steeds meer op Jezus gaat lijken en dat mensen door jou tot de Vader gaan komen en dat het Koninkrijk van God door jou op aarde zichtbaar gaat worden (Mattheüs 6:10).
Voetnoten
- In de Bijbel is brood veelal een symbool voor voedsel in het algemeen.
- In het volgende vers wordt duidelijk dat dit brood nodig is om niet in verzoeking te raken. Het is opmerkelijk dat het ‘verzocht worden’ eveneens wordt genoemd in het ‘Onze vader’ (Mattheüs 6:13).
- De filologie is de wetenschap die zich bezighoudt met het interpreteren van woorden en teksten met behulp van grammaticale regels en binnen het licht van de culturele context.
- Jezus spreekt wel vaker op een overdrachtelijke wijze over brood. Zo is Hij zelf het ‘brood des levens’, het manna uit de hemel (Johannes 6:31-36). Verder zegt Jezus dat voor Hem het ware voedsel is het doen van de wil van de Vader (Johannes 4:34).
- Omdat we recht hebben op dat brood staat Mattheüs 6:11 (evenals Spreuken 30:8) in de gebiedende wijs.