De beste Bijbelvertaling

Velen vragen zich af wat een goede Bijbelvertaling is.
Om die vraag te beantwoorden is het van belang te weten hoe onze Bijbelvertalingen zijn ontstaan.

De eerste vertalingen

Het Eerste Testament (de Hebreeuwse Bijbel of Tenach) is vrijwel geheel in het Hebreeuws geschreven. Slechts enkele gedeelten zijn Aramees. (Aramese Bijbelgedeelten zijn: Genesis 31:47, Jeremia 10:11, Daniël 2:4b-7:28 en Ezra 4:8-6:18 en 7:12-26.)
Toen het Grieks in het Oost-Romeinse Rijk de voertaal werd, maakten de Joden ca. 200 voor Christus de Septuaginta, een Griekse vertaling van de Hebreeuwse Bijbel. Deze wordt in het Nieuwe Testament vaak geciteerd omdat het Nieuwe Testament ook in het Grieks is geschreven.

Twee eeuwen later begonnen de Joden de Hebreeuwse Bijbel eveneens naar het Aramees te vertalen, de taal die de Joden in Babel en in delen van Israël spraken. Deze vertalingen, Targoemiem genaamd zijn verklarende vertalingen, die goed inzicht geven in hoe de Bijbel in de eerste eeuw werd geïnterpreteerd. De Targoemiem bevatten veel concepten die we kennen uit het Nieuwe Testament: het evangelie, het koninkrijk Gods, de Messias van het koninkrijk, het Levende Woord en de gemeente van Sion (He­breeën 12:22 en 23).

Toen de jonge kerk zich naar het westen uitbreidde, waar het Latijn de belangrijkste voertaal was, werden er van de Septuaginta en het Nieuwe Testament Latijnse vertalingen gemaakt. Deze worden de Vetus Latina genoemd. Aan het begin van de vijfde eeuw werd er in opdracht van paus Damasus een nieuwe Latijnse vertaling gemaakt, die niet de Septuaginta, maar de Hebreeuwse Bijbel als brontekst voor het Eerste Testament gebruikte. Deze vertaling kreeg de naam Vulgata. De rooms-katholieke kerk stond niet toe dat er nog een andere Bijbel werd gebruikt of dat de Vulgata werd vertaald. Hierdoor bleef Gods Woord voor de gewone man, die geen Latijn kende, onbereikbaar.

De prijs voor het vertalen

Vanaf 1080 werden er regelmatig pogingen onderrnomen om de Bijbel te vertalen. Officieel werd dit door Paus Innocentius IV in 1252 verboden. Velen die zich niet aan dit verbod hielden eindigden op de brandstapel. In 1380 produceerde John Wycliffe, een theoloog uit Oxford de eerste handgeschreven Engelse vertaling van de Latijnse Bijbel. Eveneens toonde hij aan dat sommige lerin­gen van de rooms-katholieke kerk in strijd waren met Gods Woord. Jaren na zijn dood liet de kerk de botten van Wycliffe opgraven en in de Theems werpen. Zijn boeken en Bijbelvertalingen werden verbrand.

Hoewel er al enige Duitse Bijbelvertalingen bestonden, was het Maarten Luther die als eerste de Bijbel vanuit de oorspronkelijke talen naar het Duits vertaalde. Hij zei over de brontekst van de Bijbel: “De Hebreeën drinken rechtstreeks uit de bron, de Grieken drinken water uit de stroom die uit die bron komt (de Septuaginta), maar de Latijnstaligen drinken uit de modderpoelen.” Hij vond dat een vertaling van een vertaling Gods Woord verwaterde. In 1534 voltooide hij zijn werk. Later werd het in andere talen over­gezet, waaronder het Nederlands.

Een andere bekende vertaler was de Engelse theoloog William Tyndale, die aan het begin van de 16e eeuw de Bijbel vanuit de oorspronkelijke talen naar het Engels vertaalde. Hij liet deze ook drukken waardoor de Bijbel voor veel meer mensen toegankelijk werd.

tyndale3Tyndale voegde verschillende nieuwe woorden toe aan de Engelse taal, waaronder: Passover (Pascha), Atonement (= at + onement = verzoening) en scapegoat (zondebok). Ook rekende hij af met bepaalde uitdrukkingen. Zo verving hij bisschop door op­ziener en kerk door gemeente. Zijn werk werd de basis van veel Bijbelvertalingen. De Engelse bisschop Stokesley liet hem in België gevangennemen. In 1536 stierf hij in Vilvoorde (België) op de brandstapel. Voordat Tyndale stierf riep hij uit: “Heer open de ogen van de koning van Engeland!” Zijn gebed werd verhoord. Binnen vier jaar verschenen er vier Engelse Bijbelvertalingen die allemaal op zijn werk waren gebaseerd en in het jaar 1611 verscheen de officiële Engelse King James Bijbel.

Nederlandse Bijbelvertalingen

De eerste gedrukte Nederlandse Bijbel is de Delftse Bijbel. Deze werd in 1477 gedrukt en was ook het eerste gedrukte Nederland­stalige boek. Het was echter nog wel een vertaling uit het Latijn.

De eerste 2 verzen van deze Bijbelvertaling zagen er zo uit:

Inden beghin sciep God hemel ende aerde. Mer die aerde was onnut ende ydel: ende donckerheden waren op die aensichten des afgronts. Ende Goods gheest was ghedraghen bouen den wateren.

De Statenvertaling, uit 1618 is de eerste officiële Nederlandstalige Bijbel die rechtstreeks uit het oorspronkelijke Grieks en Hebreeuws is vertaald. Later volgden er andere Nederlandse vertalingen die allen uitgingen van de oorspronkelijke talen van de Bijbel.

Hoewel er enig verschil is tussen de Nederlandse vertalingen, omdat er soms afwijkende handschriften zijn gebruikt of omdat de ene vertal­ing letterlijk vertaalt terwijl de andere wat meer verklaart of moderner Nederlands gebruikt, zijn er geen echt slechte vertalingen. On­danks het ruime aanbod van goede vertalingen, bestaat er ook geen allerbeste vertaling. Dit komt vooral omdat de vertalers een keuze moeten maken bij het vertalen van een Grieks of Hebreeuws woord. Soms heeft een woord wel 6 of 7 betekenissen in het Neder­lands. Neem bijvoorbeeld het Griekse woord pneuma. Dit kan met de volgende woorden worden vertaald: wind, adem, geest, ziel, gezindheid en invloed. Het woord kan worden gebruikt voor de menselijke geest, de levensadem, een engel, de Heilige Geest, en zelfs voor een boze geest. De vertaler zal dus aan de hand van de context steeds een keuze moeten maken. Aangezien het Grieks en het Hebreeuws geen hoofdletters kennen zal de vertaler ook hier een keuze moeten maken. Om dus goed te begrijpen wat er door de Bijbelschrijvers is bedoeld zullen we meer dan een vertaling moeten gebruiken.

Wel moeten we in het achterhoofd houden dat de meeste moderne Bijbelvertalingen, waaronder ook de Joodse vertalingen, zoals van Dasberg en Onderwijzer, niet letterlijk vertalen. Ze proberen om de tekst in begrijpelijk Nederlands weer te geven, maar hebben als nadeel dat nuances nogal eens verloren gaan of dat woorden of zinsdelen worden weggelaten. Hoewel de ‘volmaakte vertaling’ niet bestaat, zijn er een aantal vertalingen die heel dicht bij het Hebreeuws en het Grieks blijven. Voor Bijbelstudie zijn deze vertalingen van groot belang. Allereerst is daar de Statenvertaling, die als nadeel heeft dat de tekst, voor mensen die niet met de Bijbel zijn opgegroeid, moeilijk is te begrijpen. Sinds kort is er de Herziene Statenvertaling, die in een aantal gevallen een verbetering is op de eerdere uitgaven van de Statenvertaling. In het Engels is de Youngs Literal translation heel geschikt voor Bijbelstudie. Deze verschillende vertalingen zijn te vinden op onze pagina met links.

Tips voor het lezen van de Bijbel

Lees regelmatig (hardop) in een andere Bijbelvertaling of anderstalige Bijbeluitgaven. Dit werkt verfrissend en verdiept het inzicht. Vergeet bij het lezen de hoofdstukken, verzen, pericopen en opschriften (die zijn pas 500 jaar geleden toegevoegd). Lees Bijbelboeken altijd zoveel mogelijk in hun geheel. Gebruik voor studie altijd de (herziene) Statenvertaling naast de andere vertalingen. Voor onderzoek van de Hebreeuwse en Griekse woorden zijn de Strongnummers onmisbaar. Zie hiervoor het artikel over de Strongnummers.

Verklaar vanuit de context, de context van het boek als geheel en de Bijbel als geheel.
Zoek zoveel mogelijk de verwijsteksten op die in veel Bijbeluitgaven zijn te vinden, of gebruik een concordantie of Bijbelsoftware.
Om de Bijbel goed te kunnen bergrijpen is in een aantal gevallen de kennis van de taal, de cultuur of de geografie van belang. Gebruik daarom een Bijbelse Encyclopedie, zoals van Prof. W.H. Gispen, evenals een Bijbelse atlas en goede Bijbelbelverklaringen, zoals de In de Ruimte Bijbel, David Stern’s New Testament Commentary, Dächsel & van Lingen en Jamieson & Fauset.

Ps 119,140 Uw woord is geheel gelouterd, uw knecht heeft het lief.  

Woordenlijst

  • Septuagint / Septuaginta / LXX

    Toen het Grieks in het Oost-Romeinse Rijk de voertaal werd, maakten de Joden rond 200 voor Christus een Griekse vertaling van de Hebreeuwse Bijbel. Deze vertaling, waaraan zeventig rabbijnen zouden hebben gewerkt, kreeg uiteindelijk de Latijnse naam Septuagint. (Het is een afkorting van ‘interpretatio septuaginta interpretum virorum’ – ‘de vertaling van de 70 vertalers’). De Septuagint, soms weergegeven met Romeinse cijfers LXX (=70) wordt in het Nieuwe Testament vaak geciteerd omdat dit ook in het Grieks is geschreven.

    De Septuagint is soms verklarend (een parafrase) en daardoor niet altijd een letterlijke vertaling van het Hebreeuws. Zo staat aan het eind van Jesaja 28:16 “wie gelooft, die zal niet haasten”. De Septuagint geeft dit als volgt weer: “Wie in (op) Hem gelooft, zal niet beschaamd worden”.
    Petrus citeert deze tekst in 1 Petrus 2:6 niet uit het Hebreeuws, maar uit de Joodse Septuagint.

    Wanneer gevangen werden vrijgelaten uit de donkere kerkers, was het alsof hun ogen werden geopend. De LXX voegt dit toe aan Jesaja 61:1. Lukas citeert (in hoofdstuk 4:18) letterlijk de Septuagint. Zo zijn er tal van voorbeelden.

    De Septuagint is de Bijbelvertalers tot hulp geweest bij het vertalen van Hebreeuwse woorden waarvan de betekenis niet helemaal duidelijk of zelfs onbekend was. ... [Lees meer]

  • Tenach / Tanach

    (תְּנַ״ךְ-תַּנַ״ךְ)

    De Hebreeuwse Bijbel of het Eerste Testament/Verbond. Vanaf de 2e eeuw door Christenen het Oude Testament genoemd, een naam die Joden liever niet gebruiken. Het woord TeNaCH is samengesteld uit de Hebreeuwse beginletters van de drie delen: Tora (T), Profeten (N) en Geschriften (CH).

    Zie deze pagina voor uitgebreidere informatie.