Het geheim van de 153 vissen

Al eeuwenlang zijn geleerden gefascineerd door het verhaal van de wondbare visvangst waarbij precies 153 vissen in het net blijken te zitten (Johannes 21:1-25).

De geschiedenis vindt plaats vlak na Jezus opstanding. Hij openbaart zich aan een zevental discipelen bij de zee van Tiberias (het meer van Galilea).
Jezus staat aan de oever en vraagt de discipelen die zich in een boot bevinden of zij iets te eten voor Hem hebben. De discipelen antwoorden ontkennend. Zij hadden de hele nacht gevist maar niets gevangen. Het werd al ochtend en te laat voor een goede vangst. Jezus zegt dat zij de netten aan de rechterzijde moeten uitwerpen en belooft hen dat ze dan vis zullen vinden. Zij doen dat en vangen inderdaad een grote hoeveelheid vis. Jezus heeft een mantel om en het is nog halfdonker, daarom herkennen zij Hem niet. Johannes is de eerste die Hem herkent. Hij roept naar Petrus: Het is de Heer! Petrus trekt daarop snel een kledingstuk aan en zwemt naar Jezus. Wanneer ze aan wal zijn gekomen tellen zij 153 vissen in het net. Dan breekt Jezus bij een kolenvuur het brood en geeft hen daarbij vis te eten.
De discipelen leerden hier dat ze niet langer zonder Jezus konden. Zelfs hun oude beroep konden zij niet meer zonder Hem uitoefenen. Zijn woord was nodig om de vis te vangen en Hij was het die hen brood en vis te eten gaf.

Wanneer dingen in ons leven anders gaan dan wij hadden verwacht dan hebben we soms ook de neiging om terug te vallen op vroegere dingen.
Door dit verhaal kunnen wij een aantal dingen leren. Allereerst moeten we oppassen dat wij niet teruggrijpen naar vroegere dingen of dat we onze voeding en leiding ergens anders halen dan bij Jezus. Daarnaast zit er een boodschap in de 153 vissen.

De Bijbel vertelt expliciet dat er 153 vissen in het net waren, dat kan voor de apostelen een bijzondere betekenis hebben gehad. Allereerst kende men in de oudheid 153 soorten vis. Jezus had al eerder discipelen tot vissers van mensen geroepen (Markus 1:17) maar zij richtten zich uitsluitend op Israël. Het getal 153 vertegenwoordigt alle soorten mensen oftewel de gehele wereld.

Voor Joden hebben getallen vaak een specifieke betekenis1. Doordat letters van het Hebreeuwse en Griekse alfabet ook als cijfers kunnen worden gebruikt2 is elk woord eveneens een getal. Joden maken bij het schrijven en verklaren van de Bijbel regelmatig gebruik van de getalswaarde van woorden. We vinden dit op allerlei plaatsen in Gods Woord. Het boek Spreuken bevat precies 375 spreuken van Salomo (Spreuken 10:1 en 22:16) en komt overeen met de getalswaarde van zijn naam 375. Spreuken 25:1 tot 30:1 zijn de 140 spreuken van Hizkia. De getalswaarde van zijn naam is 140. Waarschijnlijk is het getal 666 uit Openbaring 13:18 wel het meest bekend voorbeeld van de getalswaarde van een woord of naam.
Nu blijkt dat 153 de getalswaarde is van het woord Paaslam en eveneens van de Hebreeuwse woorden: ‘uitstrooien’ of ‘werpen’ en van de uitdrukking ‘zonen Gods’.

Is het niet de boodschap van Jezus, het paaslam, die door ons als zonen Gods naar alle mensen moet worden gebracht? Een leuke bijkomstigheid is nog dat de getalswaarden van zowel het Griekse woord ‘visnet’ als van het woord ‘vissen’ precies 8 x 153 is. In de Bijbel wijst het getal 8 altijd naar Jezus en naar de zalving van de Heilige Geest. Zou God ons hierdoor soms een extra hint willen geven?

Misschien ben je door omstandigheden je eerste roeping kwijtgeraakt. Het is nu meer dan ooit de tijd om deze weer op te pakken en om de netten uit te werpen en alle volken tot Jezus discipelen te maken.
In plaats van terug te grijpen op het “veilige” verleden mogen wij met Gods hulp en zalving zicht hebben op Zijn toekomst voor ons. Wanneer wij ervoor kiezen om uit onze veilige schuilplaats te komen en Jezus toestaan om onze toevlucht te zijn, dan gaat Hij ons voeden en toerusten en ons zeggen waar we onze netten uit mogen werpen.

Voetnoten

  • Dit is geen Kabbala, zoals ten onrechte wel eens wordt beweerd. Het gebruik van cijfers is niet verkeerd. We gebruiken ze dagelijks bij het rekenen en betalen en in de oudheid werden ze ook gebruikt bij het schrijven van teksten. De cijfers hebben geen intrinsieke waarde of macht. Het zijn niet de getallen, die gevaarlijk zijn, maar het is de manier waarop zij worden gebruikt, dat gevaarlijk kan zijn, zoals het gebruik in het occultisme en de kabbala. Hetzelfde geldt echter ook voor muzieknoten. We kunnen muziek maken tot eer van God, maar dit kan ook worden gebruikt om afgoden te aanbidden. De noten zelf hebben echter geen inwendige kracht, het is het gebruik van de noten, dat bepaald of iets goed of slecht is.
  • Onze gangbare cijfers zijn afkomstig uit India en zijn pas sinds de 13e eeuw bij ons in gebruik. Voordien maakten de Europeanen gebruik van de Romeinse cijfers. Deze zijn allen afkomstig uit het Latijnse alfabet. (In het Latijnse, Griekse en Hebreeuwse alfabet ontbreekt het cijfer 0.)